Blog Layout

Belastingplan 2023. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen?

sep. 29, 2022

Wij zetten ze voor je op een rij.

Loonbelasting


-       Verhogen onbelaste reiskostenvergoeding.

Het heeft even geduurd maar de regering heeft de onbelaste reiskostenvergoeding uit 2006 aangepast. Het kabinet is van plan om het maximum van de onbelaste reiskostenvergoeding per 1 januari 2023 te verhogen van 19 cent per kilometer tot € 0,21 per kilometer.


-       Werkkostenregeling

De vrije ruimte van de werkkostenregeling wordt verhoogd van 1,7% naar 1,92% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom. Boven de fiscale loonsom van € 400.000 blijft het percentage vrije ruimte 1,18%.


Inkomstenbelasting Box 1


-       Uitfaseren fiscale oudedagsreserve (FOR)

Nadat het pensioen in eigen beheer is afgeschaft is het nu aan de FOR om te worden uitgefaseerd. Als reden wordt aangegeven dat deze niet altijd wordt gebruikt zoals deze bedoeld is. Effectief betekent dat er vanaf 2023 geen bedragen meer aan de FOR mogen worden toegevoegd. De bestaande opbouw blijft bestaan.


-       Verlagen zelfstandigenaftrek

Met ingang van 2023 zal de zelfstandigenaftrek verder worden verlaagd van € 6.310 in 2022 naar € 900 in 2027. De zelfstandigenaftrek voor starters, de zogenoemde startersaftrek, blijft ongewijzigd (€ 2.123).


-       Bijtelling privé gebruik auto (geldt voor ondernemer en in loondienst)

De grens voor de maximale korting op de bijtelling voor emissievrije auto’s (de zgn. Tesla tax) wordt per 1 januari 2023 verlaagd naar € 30.000. Uitzondering hierop is de elektrische auto met zonnepanelen.


-       Afschaffing middelingsregeling
Zoals al eerder was aangekondigd wordt de middelingsregeling met ingang van 2023 afgeschaft. Het laatste middelingstijdvak wordt 2022-2023-2024.


-       Afbouw algemene heffingskorting met verzamelinkomen

De algemene heffingskorting was tot en met 2022 gekoppeld aan het inkomen uit werk en woning (Box 1). Voorgesteld wordt om de afbouw van de heffingskorting niet langer uitsluitend afhankelijk te laten zijn van de hoogte van het inkomen uit werk en woning, maar van het verzamelinkomen. Het verzamelinkomen bestaat uit het inkomen uit werk en woning (box 1), het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en het inkomen uit sparen en beleggen (box 3).


-       Afschaffing inkomensafhankelijke combinatiekorting vanaf 2025
De inkomensafhankelijke combinatiekorting, dit is de heffingskorting die je krijgt als je kinderen in huis hebt die jonger zijn dan 12 jaar, wordt met ingang van 2025 afgeschaft. De ouders met kinderen geboren voor 1 januari 2025 houden het recht nog wel.


Toeslagen


-       Kinderopvangtoeslag wordt in de toekomst vervangen door een vergoeding voor kinderopvang voor werkende ouders rechtstreeks uitgekeerd aan de kinderopvang instelling.

-       Kindgebondenbudget gaat omhoog.

-       Huurtoeslag wordt waarschijnlijk in 2024 vervangen voor een systeem gebaseerd op normhuren en inkomen.

-       Zorgtoeslag gaat eenmalig omhoog met € 412.


Inkomstenbelasting Box 2


-       Dividend uit eigen BV

Door het Hoge Raad arrest van 24 december 2021 over box 3 vielen er gaten in het huishoudboekje van de regering. Om deze gaten te dichten worden de lasten in box 2 van de inkomstenbelasting verhoogd. Voorgesteld wordt om per 2024 twee schijven te introduceren in het box 2-tarief. Nu is sprake van één (vlak)tarief dat geldt voor het gehele bedrag aan belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang in box 2 van de inkomstenbelasting. Dit tarief bedraagt 26,9% in 2022. Met ingang van 2024 worden er twee schijven geintroduceerd in box 2 met een basistarief van 24,5% voor de eerste € 67.000 (bedrag 2024) aan inkomsten per belastingplichtige en een tarief van 31% voor het meerdere.


-       Excessief lenen
Vanaf 2023 mag er samen met de partner nog slecht € 700.000 onbelast worden geleend van de eigen vennootschappen (uitzondering hierop is de financiering van jouw eigen woning). Als iemand 5% of meer van de aandelen bezit van een BV (of BV’s) dan wordt alles wat wordt geleend boven de € 700.000 als dividend uitkering aangemerkt, nu belast tegen 26,9% inkomstenbelasting. Let op, het eerste peilmoment is 31 december 2023.


Inkomstenbelasting Box 3


Met ingang van 1 januari 2023 wordt het heffingsvrije vermogen verhoogd van € 50.650 naar € 57.000. Voor partners wordt het heffingsvrije vermogen daarmee verhoogd van € 101.300 naar

€ 114.000. Ook wordt het tarief van Box 3 met 1% verhoogd naar 34%. Vanaf 2026 gaat het nieuwe stelsel voor box 3 in. 
Voor de jaren 2021, 2022, wordt box 3 ingedeeld in 3 categorieën (Banktegoeden, overige bezittingen en schulden). Voor 2021 wordt de banktegoeden belast tegen 0,01% (dus saldo banktegoed x 0.01), overige bezittingen (2021) 5,69% en schulden aftrek tegen 2,46% (2021). Dit wordt bij elkaar gevoegd en het positieve bedrag x 31%. Deze manier van rekenen geldt ook voor de jaren 2023,2024 en 2025. In 2026 gaat er worden geheven op basis van reëel rendement.


-       Verhuurd onroerend goed

De leegwaarderatio (waarderingsmethode van de waarde bij verhuurd onroerend goed in box 3) wordt aangepast. Als de verhouding jaarlijkse huur gedeeld door WOZ groter is dan 5% dan wordt de leegwaarde ratio 100%. Dus als de jaarhuur/WOZ waarde meer dan 5% is dan is de leegwaarderatio gelijk aan de WOZ waarde. Geen waardevermindering meer bij “hogere” huren.


BTW


-       Btw-nultarief zonnepanelen

Om de papierstroom tussen de overheid en de burger te verminderen heeft de regering het nul- tarief voor de BTW geïntroduceerd met ingang van 1 januari 2023 op de levering en installatie van zonnepanelen en zonnepanelen als dakbedekking op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen. De hoop is dat deze administratieve lastenverlichting stimulerend werkt op de aanschaf van zonnepanelen.


Motorrijtuigenbelasting/BPM


-       Bestelauto ondernemers 2025

Beëindigen vrijstelling bpm bestelauto’s en aanpassing grondslag bpm bestelauto’s ondernemers.

De grondslag voor bpm voor bestelauto’s wordt gelijkgetrokken met die voor personenauto’s. Tevens wordt de vrijstelling voor bpm voor bestelauto’s voor ondernemers met ingang van 1 januari 2025 beëindigd. Het tarief van de bpm wordt gekoppeld aan de CO2 uitstoot.


Ondernemers kunnen tot en met 31 december 2024 gebruikmaken van de vrijstelling voor een bestelauto en daar ook ongewijzigd gebruik van blijven maken als wordt voldaan aan de voorwaarden en beperkingen die aan de vrijstelling zijn verbonden, dan hoeft gedurende de nog niet verstreken duur van de vijfjaarsperiode het vrijgestelde bedrag aan bpm niet te worden (terug)betaald bij verkoop van de bestelauto aan een particulier. Verder regelen de overgangsbepalingen dat een ondernemer die een gebruikte bestelauto importeert, afhankelijk van de datum eerste toelating, de ondernemersvrijstelling kan toepassen. Daarmee wordt voorkomen dat een geïmporteerde bestelauto zwaarder wordt belast, dan een vergelijkbare binnenlandse bestelauto.


-       Bestelauto ondernemers 2025

Verhoging van het tarief in de Motorrijtuigenbelasting voor bestelauto’s voor ondernemers
Verlies in belastingopbrengsten en uitstoot worden als reden opgegeven om de bpm vrijstelling op bestelauto’s voor ondernemers aan te passen maar ook om het verlaagde tarief voor de bpm op bestelauto’s voor ondernemers te schrappen. Het gevolg is dat vanaf 1 januari 2025 de motorrijtuigenbelasting op bestelauto’s in de onderneming omhoog gaat, reken op een verhoging tussen de 10-15%.


Vennootschapsbelasting


-       Verlagen schijfgrens vennootschapsbelasting

De vennootschapsbelasting wordt berekend over 2 schijven, één met een laag tarief gericht op het MKB en de tweede schijf tegen een hoger tarief.

De schijfgrens in de vennootschapsbelasting (Vpb) wordt verlaagd van € 395.000 naar € 200.000 vanaf 1 januari 2023. Hierdoor betalen bedrijven met ingang van 1 januari 2023 het hoge Vpb-tarief van 25,8% vanaf een belastbaar bedrag van meer dan € 200.000. Daarnaast wordt voorgesteld het tarief voor een belastbaar bedrag tot en met € 200.000 te verhogen van 15% naar 19%.


-       Oudedagsverplichting DGA

Voorheen konden directeur groot aandeelhouders (dga) een pensioenvoorziening opbouwen in hun eigen bv. Toen dit werd afgeschaft, kon een deel van het pensioen worden omgezet in een oudedagsverplichting (ODV). Voordat een ODV tot uitkering komt, kan de dga er een lijfrente van kopen. In de praktijk waren er verzoeken om een lijfrente aan te kopen nadat de ODV-uitkeringen zijn gestart (ook als al vijf jaar zijn verstreken na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingplichtige de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt), hiervoor zijn nu goedkeuringen afgegeven. Deze goedkeuringen, inclusief de daarin gestelde voorwaarden, worden nu in de wet opgenomen.


Schenkbelasting


-       Afschaffen en verlagen van de schenkingsvrijstelling eigen woning

De verruimde vrijstelling eigen woning (EW), de zogenaamde “jubelton” vervalt per 1 januari 2024. In samenhang met de verlaging per 1 januari 2023 tot € 28.947 en afschaffing per 1 januari 2024 wordt voorgesteld de huidige spreidingsmogelijkheid te laten vervallen voor schenkingen EW die voor het eerst in 2023 worden gedaan en de spreidingsmogelijkheid voor schenkingen EW die in 2022 zijn gedaan, te beperken tot twee jaar. Dit laatste betekent concreet dat bij een schenking in 2022 een onbenut gebleven deel van de maximumvrijstelling nog kan worden benut voor een schenking in 2023, maar niet meer voor een schenking in 2024. Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat het wel mogelijk blijft de voor het eerst in 2022 ontvangen schenkingen EW uiterlijk 31 december 2024 te besteden.


Overdrachtsbelasting


-       Verhogen algemene tarief overdrachtsbelasting

In het coalitieakkoord is afgesproken om het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting met ingang van 1 januari 2023 te verhogen van 8% naar 9%. Daarnaast wordt in het kader van de Voorjaars- en Augustusbesluitvorming voorgesteld om het algemene tarief verder te verhogen tot 10,4%. Het algemene tarief ziet vooral op niet-woningen die worden aangekocht door rechtspersonen (BV’s) en particulieren die niet zelf langdurig in de woningen gaan wonen.


Subsidies


-       De budgetten voor de Energie Investeringsaftrek (EIA), de Milieu Investeringsaftrek (MIA) en de Vervroegde afschrijving milieu investeringen (Vamil) gaan omhoog om hier meer mensen en bedrijven mee te kunnen faciliteren.

door Amolé BV 29 sep., 2023
Winning team...
door Amolé BV 25 sep., 2023
Kees en Mariëtte kennen Wouter Walta al een aantal jaren...
door Amolé BV 22 sep., 2023
Festival op Landgoed De Reehorst...
Share by: