Personeelsalfabet

Het Personeelsalfabet



Op 12 juni 2019 heeft ons tweede boek het levenslicht gezien. Het Personeelsalfabet van A tot en met Z in korte overzichtelijke hoofdstukken alles verteld over personeel. Het is vooral bedoeld om de kleine(re) ondernemer te helpen op fiscaal en arbeidsrechtelijke gebied. Waar grote(re) ondernemingen mensen in dienst hebben om alles met personeel in goede banen te leiden, is dit voor kleine werkgevers vaak een tijdrovende kwestie. Het Personeelsalfabet is een klein naslagwerk over aangelegenheden zoals loonadministratie, CAO’s, pensioenen, contracten enzovoorts. Hierbij een klein inkijkje in het boek. We starten met het inleidende hoofdstuk Arbeid.



ARBEID, het eerste hoofdstuk uit het Personeelsalfabet

Hoe succesvol een onderneming is hangt af van veel factoren. Eén daarvan is personeel. Hoe goed zijn werknemers in staat om mee te bouwen aan het succes met de inbreng van hun arbeid? Of moet je als ondernemer jouw verwachtingen temperen als het gaat om personeel?

Niets menselijks is ons vreemd.

Een uitdrukking waarbij de spreker aangeeft mens te zijn en daarmee niet perfect. Personeel is ook niet volmaakt en ook zeker geen kloon van de ondernemer.

Om af te trappen in Het Personeelsalfabet is het onderwerp Arbeid gepast. In de andere hoofdstukken wordt de wettelijke regelgeving belicht over het in dienst hebben van personeel en proberen wij ook sociale en maatschappelijke aspecten van het werkgeverschap erbij te betrekken. Je hoeft het niet in de volgorde van A tot Z te lezen. Lees wat je aanspreekt of waar je mee te maken hebt of krijgt.


Definitie arbeid


In de economische wetenschap is arbeid één van de factoren om goederen of diensten te produceren. De andere factoren zijn kapitaal en natuurlijke grondstoffen of hulpbronnen (bijvoorbeeld metalen of olie).

De economische definitie van arbeid is ‘alle geestelijke en lichamelijke inspanning van mensen ten dienste van de productie’. In vroeger tijden was dit meer fysieke productie, denk aan potten en pannen, huizen en wegen. De productie kan ook een dienst zijn. In de afgelopen tientallen jaren zijn we in Nederland namelijk opgeschoven van de productie van goederen naar de productie van diensten De financiële dienstverlening is een voorbeeld hiervan.


De historie van arbeid


Helemaal in het verleden voorzagen de mensen zich in de behoeften door te jagen en voedsel te verzamelen. De gemeenschappen waren klein, er was een nauwe samenwerking tussen de mensen en een taakverdeling.

In principe waren dit eigenlijk al een soort arbeidsverhoudingen die bestonden op een basis van wederkerigheid.

De landbouw heeft de grootste veranderingen teweeggebracht. De mens hoefde niet meer als nomade rond te trekken met een minimum aan spullen. De landbouw maakte het mogelijk om op een vaste locatie te verblijven. Op deze vaste locatie kon er meer worden geproduceerd dan noodzakelijk was en kon men voorraden aanhouden. Hierdoor hoefde niet iedereen zich met voedsel maken en verzamelen bezig te houden. Men kon andere taken gaan uitoefenen. Op deze manier kwam er arbeidsspecialisatie. Denk hierbij aan de opkomst van broodbakkers, pottenbakkers, timmerlieden, wevers enzovoorts.

Met de komst van steden en stadstaten kwamen er tributaire arbeidsverhoudingen. De hogere maatschappelijke klasse, politiek en geestelijk leiders, verlangde een bijdrage (een tribuut) van de gewone burger in de vorm van dienstverlening. Voor de burger stond daar een herverdeling van goederen tegenover. Verder voortschrijdend in de tijd ontwikkelden de loon- en slavenarbeid zich en daarna kwam de zelfstandige arbeid op.

De industriële revolutie heeft veel arbeidsverhoudingen veranderd. De overgang van handmatig naar machinaal vervaardigde goederen zorgde voor meer vraag naar arbeidskrachten. De huisnijverheid zoals vrouwen die thuis kleren maakten, spinden of weefden verdween op grote schaal. Veel arbeiders in de 19de eeuw werkten als loonarbeider in fabrieken. De omstandigheden waren niet best in de fabrieken, er werd gewerkt tegen hongerlonen en onder erbarmelijke omstandigheden. Dit heeft ertoe geleid dat er meer wettelijke bescherming kwam voor arbeiders.

In de 20ste eeuw zie je het thuiswerk weer terugkomen. Door het internet en de computers zijn mensen niet meer gebonden aan een werkplek en kunnen dus ook thuis werkzaamheden verrichten (platforms als Mechanical Turk).

Soms wordt thuis de hele wereld. Inmiddels hebben we ook de digitale nomaden, mensen die hun werk op iedere plek van de wereld kunnen uitoefenen en daar gebruik van maken. Fiscaal kunnen hier haken en ogen aan zitten omdat de vraag is waar je inkomsten worden verdiend en waar je wordt belast.


Arbeid en loon


Onder dit kopje wordt de arbeid in loondienstverband besproken. Bij een dienstverband wordt tussen werkgever en werknemer een arbeidsovereenkomst gesloten. Volgens artikel 7:610 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek is een arbeidsovereenkomst de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Dit is een prachtige volzin maar wat betekent het?

Feitelijk betekent het dat er sprake is van een loondienstverband (werkgever – werknemer situatie) als dit aan drie voorwaarden voldoet:

  1. Is er sprake van persoonlijke arbeid?

Dit is het deel waarin de werknemer zich verbindt zekere tijd arbeid te verrichten. Het moet dus door de werknemer zelf gedaan worden of (in een breder geheel) door iemand die uit een door de werkgever geselecteerde groep komt.

  1. Is er sprake van een gezagsverhouding?

Dit gaat over het deel ‘in dienst van de andere partij’. Hier draait het om het feit dat de persoon werkt volgens instructies van de werkgever. Er is sprake van ondergeschiktheid. Ondergeschiktheid wil overigens niet zeggen dat er geen zelfstandigheid van werken is. Het gaat erom dat de werkgever instructies kan geven die moeten worden opgevolgd.

  1. Is er sprake van loon?

Loon is de tegenprestatie voor de geleverde arbeid. Dit kan in de vorm van geld zijn, maar ook loon in natura. Denk bij dit laatste bijvoorbeeld aan het gebruik van een bedrijfswoning.


Geen arbeidsovereenkomst wel arbeid


Volgens artikel 7:610 lid a van het Burgerlijk Wetboek is er een vermoeden van een arbeidsovereenkomst wanneer iemand voor een ander gedurende zekere tijd drie opeenvolgende maanden, wekelijks of tenminste 20 uren per maand arbeid verricht.


Andere vormen


In Nederland zijn naast de arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd (vast dienstverband) en bepaalde tijd ook in zwang de flex-contracten (denk aan nul uren en min-max contracten) en op basis van opdracht (freelancers). De arbeid op basis van vaste overeenkomsten zijn de afgelopen decennia afgebrokkeld en de flex-arbeid is in opkomst.

Tot zover het eerste hoofdstuk als inleiding voor dit boek.

We wensen je veel leesplezier met de volgende hoofdstukken. Als je tijdens het lezen aan het joodse gezegde “ik wens je veel personeel toe” denkt (een gezegde dat niet bepaald bedoeld is om je veel succes te wensen) neem dan ook de volgende uitspraken ter harte van Albert Plesman (KLM):

Mensen die geen fouten maken, werken niet.

en Ray Kroc (McDonalds):

Als directeur ben je zo goed als de mensen die voor je werken.


Dat er een spanningsveld is tussen werkgever en werknemer is te begrijpen. De dag en de nacht dienen ook twee verschillende doelen.


  • Definitie Lycaeus Economisch Woordenboek
  • Karl Polanyi. Joods-Hongaars econoom. Volgens hem waren er drie soorten distributiesystemen: wederkerigheid, herverdeling en ruil. Deze waren allen vooral sociaal bepaald.
  • Afscheidsrede van Prof. dr. J.M.W.G. Lucassen – De geschiedenis van de arbeid in grote lijnen, 6 juli 2012.
  • www.mturk.com


Share by: